Groep 1-2

De kinderen van de groepen 1 en 2 zitten bij elkaar in de groep (heterogene groepen). Zo leren ze veel van elkaar. Er is veel aandacht voor routines, regelmaat en duidelijke gedragsverwachtingen (PBS)

In groep 1-2 wordt thematisch gewerkt waarbij doelen weggezet worden in de hoeken. De thema’s sluiten aan bij de belevingswereld van het kind in een betekenisvolle context. Binnen ons kleuteronderwijs brengen we de kinderen binnen deze betekenisvolle context een stapje verder in hun ontwikkeling, dit noemen we de zone van naaste ontwikkeling.

De kinderen krijgen de mogelijkheid om zich te ontwikkelen door middel van spel en spelen. Spel heeft een centrale plaats in ons onderwijs. Alle ontwikkelingsgebieden komen hierin samen. Ze leren door te ontdekken, te handelen en door na te doen. Vanuit het spel leren jonge kinderen vaardigheden die ze voorbereiden op de schoolse vaardigheden die ze vanaf groep 3 nodig hebben. De kinderen worden meegenomen bij de uitwerking van een thema; het bedenken van activiteiten, het verzamelen van materialen. Dit levert een grote betrokkenheid op.

Het jonge kind heeft een grote behoefte aan het zelfstandig (autonoom) verkennen van de wereld en wij helpen hen op weg. Om te kunnen ontwikkelen moet een kind zich veilig voelen. We werken daarom vanuit de cirkel van basisontwikkeling. Het jonge kind leert als het emotioneel vrij is, nieuwsgierig mag zijn en door samen te spelen en te werken.

Jonge kinderen ontwikkelen zich in hun eigen tempo en met sprongen. Wij kijken naar de individuele ontwikkeling van het kind en proberen daar zo goed mogelijk bij aan te sluiten. Dit kan betekenen dat een kind extra instructie krijgt of dat extra uitdaging geboden wordt aan kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. We streven ernaar dat alle kinderen voordat ze naar groep 3 gaan de cruciale doelen beheersen. 

Naast spel worden er instructiekringen gegeven. Taal-en rekenactiviteiten staan dagelijks op het programma. Maar ook muziek, Engels, verkeer en bewegingsonderwijs zijn vaste onderdelen.

De methodes/methodieken die daarbij ondersteunend gebruikt worden zijn Werkmappen CPS, Zo Leer je Kinderen Lezen en Spellen (José Schraven), Kleuteruniversiteit, Join in, 123zing en Let’s go.

Wij werken met het digikeuzebord en een wekelijkse takenbrief. Op de takenbrief staan 5 taken die gekoppeld zijn aan doelen van de periode. Kinderen kiezen zelf via het digikeuzebord in welke hoek ze gaan spelen/werken. Tijdens het hoekenwerk in de speelwerkles worden vaardigden geoefend van de domeinen van “Leren leren’: plannen, zelfstandig te werken, doorzetten, samen werken, omgaan met uitgestelde aandacht, zelf oplossen, zelfreflectie.

Als leerkracht in de onderbouw hechten we veel waarde aan een goede relatie met de ouders/ verzorgers. Dit nemen we mee in de pedagogische driehoek. De driehoek symboliseert dat school en ouders samen werken aan de ontwikkeling van het kind. Hiervoor gebruiken wij onder andere intakegesprekken, voortgangsgesprekken en het rapport/portfoliogesprek. Daarnaast zijn we bereikbaar via de ouderapp Parro. Wekelijks houden wij ouders op de hoogte van onze actualiteiten in de klas.